Veel jongeren die enthousiast zijn over hun katholieke geloof zijn geïnteresseerd in Gregoriaanse gezangen. Of het nu is onder het studeren, het koken of het in slaap vallen: ze hebben er graag een stelletje prevelende paters bij. Het is alleen nog niet zo eenvoudig om uit te vinden waar je nu de beste opnames vindt. Wat op dit terrein trouwens “goed” is, is best omstreden.
Je hebt natuurlijk ten eerste de “puristen” die iets zoeken dat zo dicht mogelijk bij de middeleeuwse uitvoeringspraktijk ligt. Het is alleen helemaal niet duidelijk hoe die eruit gezien (of beter: geklonken) heeft. Daarbij moet je ook bedenken dat er in heel West-Europa in de middeleeuwen Gregoriaans werd gezongen. De kans dat dat in Uppsala precies hetzelfde klonk als in Palermo is niet bijster groot. De meest standaard uitvoeringen gaan tegenwoordig uit van het werk van het paleografische atelier van de Franse abdij van Solesmes, maar er zijn ook musicologen en experts wier neusgaten al rook beginnen te braken als ze de naam alleen al horen. Ikzelf ben geen fan, maar dat is niet omdat ik twijfel aan de mate van authenticiteit van hun gezang (want die zal mij worst wezen, zo zit ik nu eenmaal in elkaar), maar meer vanwege de schier autistische perfectie ervan, die ik ten koste vind gaan van de warmte. Ook zingt men in Solesmes zo hoog dat ik me soms afvraag of de abt bij het afnemen van de geloften een liturgische notenkraker gebruikt. Hoe dan ook, Solesmes blijft een soort standaard:
Ergens in de jaren negentig werd de CD “Canto Gregoriano” van de monniken van de Spaanse abdij Santo Domingo de Silos ineens zo populair dat hij in de hitlijsten belandde. Dit is typisch huis-tuin-en-keukengregoriaans dat je in het wild in menig abdij kunt aantreffen. Het is geen concert, maar gebed, liefdevol maar ook veel slordiger dan Solesmes. Ook zitten er veel meer resten van de negentiende-eeuwse uitvoeringspraktijk in:
Voor de liefhebbers van knetterende hyper-kitsch voor onder de afwas hebben we dan nog Hildegard op Steroïden. Over haar serieuze muziek zal ik binnenkort trouwens nog eens een fatsoenlijk stukje schrijven, maar niet vandaag:
Vos Benedictus benedicat,
Pater Hugo